Lesopdrachten rond de inspiratie voor de voorstelling
Hoe krijg je zelf inspiratie en waar haalden de makers van de voorstelling hun inspiratie?
Voor de eerste graad (eerste en tweede leerjaar)
- De klas leert wat inspiratie is en dat je om een voorstelling te kunnen maken inspiratie nodig hebt. Ze maken kennis met de maker van de voorstelling die inspiratie had.
- in groepjes gaan de leerlingen creatief aan de slag om een personage te knutselen van willekeurige voorwerpen uit de klas. Vervolgens verzinnen ze een aantal kenmerken van hun personage.
- Het spookje toont hen een foto van een personage uit de voorstelling. De leerlingen mogen zelf verzinnen wie het zou zijn en welke kenmerken hij heeft.
- Aan het eind krijgen de leerlingen enkele foto’s, korte inhoud of trailer van de voorstelling te zien.
Voor de tweede graad (derde en vierde leerjaar)
- De klas leert wat inspiratie is en dat je om een voorstelling te kunnen maken inspiratie nodig hebt. Ze maken kennis met de maker van de voorstelling die inspiratie had.
- de leerlingen gaan per 2 creatief aan de slag om een inspiratie collage te maken bij het thema van de voorstelling. Ze krijgen 5 bronnen aangereikt (woord, plaats, kleur, persoon, voorwerp). De collage wordt na elke opdracht doorgegeven.
- Als de collages klaar zijn, verzinnen ze per 2 een titel en een kort verhaal.
- Vervolgens toont het spookje welke inspiratie de theatermaker(s) had(den) voor deze voorstelling.
- Aan het eind krijgen de leerlingen enkele foto’s, korte inhoud of trailer van de voorstelling te zien.
Voor de derde graad (vijfde en zesde leerjaar)
- De klas leert wat inspiratie is en dat je om een voorstelling te kunnen maken inspiratie nodig hebt. Ze maken kennis met de maker van de voorstelling die inspiratie had.
- De leerlingen gaan in groepjes van 4 zitten. Het spookje geeft hen inspiratiebronnen om een plaats, hoofdpersonage, tegenstander en een mogelijk conflict te verzinnen. Daarna verzint elk groepje een verhaal.
- Groepjes die willen kunnen hun verhaal vertellen aan de klas.
- Vervolgens toont het spookje welke inspiratie de theatermaker(s) had(den) voor deze voorstelling.
- Aan het eind krijgen de leerlingen enkele foto’s, korte inhoud of trailer van de voorstelling te zien.