Settypes
Het settype bepaalt je resultaat, welk soort lijst je krijgt. Elke regel van een settype komt overeen met een entiteit uit een bepaalde tabel. Dat is belangrijk voor tellingen en het combineren van verschillende tabellen (door een ander Rub type te kiezen dan het settype).
Elk settype heeft zijn eigen bereik. De meeste settypes zijn beperkt tot je eigen instantie, behalve de settypes Titels en Financiële Posten. Wanneer je werkt in deze settypes beperk je je selectie best steeds door je eigen instantie toe te voegen als selectieregel.
Combineren
Je kan een bepaald settype combineren met een rubriek type van een andere tabel:
Achterliggend worden de combinaties gemaakt op een gemeenschappelijke parameter zoals titelnummer, exemplaar-id en actor-id.
Logische combinaties zijn bijvoorbeeld:
- Klanten en Financiële Posten
- Titels en Exemplaren
Voor alle andere combinaties moet je logische waarden combineren. Bijvoorbeeld:
- Exemplaren en Berichten: werkt enkel voor berichten die betrekking hebben op exemplaren zoals herinneringen en materiaalvergoedingsnota’s.
- Klanten en Berichten: werkt enkel voor berichten die betrekking hebben op bijvoorbeeld het lidmaatschap van de klant (CAE).
- Exemplaren en Reserveringen: werkt enkel voor reserveringen die in behandeling zijn of afgehandeld zijn (alles behalve de status A actief).
Daarnaast zijn er een aantal mechanismen in Wise waar je ook rekening mee dient te houden:
- Wanneer de optie voor het bijhouden van leenhistoriek uit staat, wordt na 90 dagen het actor_id gepseudonimiseerd (owv GDPR). Hierdoor verdwijnt de link tussen de klant en de logfile. Dit zorgt ervoor dat de rubrieken Klanten en Logfile niet kunnen gecombineerd worden omdat ze een vertekend beeld geven.
- De actor-id bij exemplaren is altijd de laatste lener: de combinatie Klanten/Exemplaren is dus enkel bruikbaar wanneer het gaat om uitgeleende exemplaren.
- Wanneer klanten een reservering plaatsen is dat steeds een titelreservering, dat betekent dat actieve, nog niet gehonoreerde reserveringen enkel terug te vinden zijn via de tabel van de Titels.
- De waarden van de verschillende settypes: Exemplaren, Titels en Klanten bevatten waarden van op het moment van het uitvoeren van de selectie. Enkel met Logfile kan je waarden selecteren die geldig waren op het moment van de transactie. Bijvoorbeeld de waarde Abonnementsnummer komt zowel voor bij Klanten als bij Logfile. Bij Klanten gaat het over klanten die nu op het moment van de selectie een bepaald abonnement hebben, in Logfile gaat het over klanten die op het moment van een bepaalde transactie (die je definieert in een andere selectieregel) een bepaald abonnement hadden. Idem voor de waarden plaatsing en materiaal: ook dat zijn de waarden van het exemplaar op moment van de transactie in Logfile. Bij Exemplaren zijn deze waarden de waarden zoals ze zijn op het moment van de selectie.