Schrijven voor je bibliotheekwebsite

Het aanpassen van je teksten in functie van zoekmachines maakt deel uit van Search Engine Optimalization (SEO). Zo wordt jouw website beter gevonden door Google en andere zoekmachines. SEO wordt in dit kader opgedeeld in One-Page SEO en Off-Page SEO.

One-Page SEO zijn aanpassingen die je zelf op de eigen webpagina’s doet:

  • Trefwoorden – Gebruik termen en trefwoorden die gebruikers ook intypen in Google, zoals ‘leestips’, ‘boek zoeken’, ‘beste boeken van 2021’.
  • Links – Link naar interne pagina’s, maar ook naar externe belangrijke websites, zoals bibliotheek.be, Iedereen Leest en Boekenzoeker.
  • Regelmatige updates – Actualiteit is belangrijk voor zoekmachines. Verandert er maar weinig op je website, dan zal Google de site minder hoog inschatten dan wanneer er regelmatig nieuwe berichten en activiteiten verschijnen.

Off-Page SEO zijn aanbevelingen die ervoor zorgen dat er gelinkt wordt naar je website:

  • Links naar je website – Het is belangrijk dat er vanuit andere websites en social media gelinkt wordt naar de pagina’s op je website. Dit kan je bereiken met aantrekkelijke artikels, die anderen graag willen delen, maar ook door contact op te nemen met partnerorganisaties en hen te vragen om je berichten te delen. Let wel op voor cirkellinks (link van website A naar website B, en van website B terug naar website A), dit wordt door zoekmachines afgestraft.
  • Claim je bedrijfspagina – Google biedt bedrijven en organisaties gratis een bedrijfspagina aan, die bij het zoeken rechts in een kader getoond wordt. Je moet dit wel eerst ‘claimen’ voor je de info (openingsuren, foto’s, …) ervan kan beheren.

Lezers gaan anders om met online teksten. Op het web zijn we haastig, snel en ongeduldig. We scannen de info oppervlakkiger, en klikken snel door naar andere pagina’s en/of websites. Steeds vaker raadplegen we websites via mobiele apparaten met een klein(er) scherm.

Online teksten moeten daarom beknopt zijn, in een informele stijl die de lezer meteen aanspreekt. De belangrijkste info moet steeds vooraan staan. Daarna volgt de toelichting. Hoe lager iets vermeld staat in de tekst, hoe minder belangrijk de info is voor de lezer.

Een webtekst bestaat uit drie hoofdonderdelen:

  1. Kop – Dit is de de titel van je artikel. De kop is kort, kernachtig, samenvattend, informatief en prikkelend. Hiermee trek je de aandacht van de lezer, en geef je meteen de belangrijkste info. Idealiter worden in de kop al één of meerdere w-vragen beantwoord! In de bibliotheekwebsite in de kop de titel van van een bericht of activiteit.
  2. Lead – Dit is de eerste alinea van je webtekst. Hierin geef je de rest van de noodzakelijke info mee, m.a.w. het antwoord op de overige w-vragen. Dit kan aan de hand van een samenvatting, maar ook een slogan of citaat passen hier. Laat dit deel opvallen, bv. door het vet of cursief te plaatsen. In de bibliotheekwebsite is de lead de introtekst, die ook getoond wordt op de overzichtspagina’s. Op de detailpagina valt de tekst automatisch extra op door de layout.
  3. Overige info – Hier komt de niet zo belangrijke info. Hou ook dit deel beknopt! Herlees je teksten meerdere keren en schrap alles wat niet noodzakelijk is. Deel de info in alinea’s in, om grote blokken tekst te vermijden. Gebruik witregels, tussentitels en opsommingstekens om je tekst te structureren. In de bibliotheekwebsite is dit het inhoudsblokje.

Stijltips:

  • Online gebruik je een verzorgde spreektaal.
  • Hou je zinnen kort en beknopt.
  • Spreek de lezer persoonlijk aan. Gebruik bij voorkeur de je-vorm. 
  • Let op voor vakjargon en termen waarmee jouw klant niet bekend is.