Hieronder vind je de drie belangrijkste leerlessen:
In de digitale leeservaring moet ruimte zijn voor de nodige fysieke en sociale connectie. De fysieke en digitale collectie dienen elkaar te versterken. De toekomst ligt in een gezonde mix; een en-en-verhaal waar bibliotheken kunnen inspelen op de diverse leesvoorkeuren van de gebruikers, en waar de collectie flexibel genoeg is om te voldoen aan veranderende behoeften. Daarnaast blijft de sociale interactie rondom lezen (zoals in de Leesjury en andere leesgroepen) van onschatbare waarde, omdat het de leeservaring verdiept en verbindt.
Duurzame samenwerkingen opzetten met andere belangrijke spelers in de boekensector is essentieel. Dat geldt niet enkel voor innovatie en groei, maar ook voor de basis. Om rijke teksten toegankelijk te kunnen maken voor het brede publiek, is er nood aan een gezamenlijke visie rondom digitaal lezen. Een visie die gedragen wordt door uitgevers, auteurs, bibliotheken en organisaties die werken rondom leesbevordering, en waarbij de belangen van alle partijen vertegenwoordigd en gerespecteerd worden
Jongeren enthousiasmeren om meer te lezen vraagt dat we inspelen op wat in hun leefwereld relevant is. Deze doelgroep kan doorgaans goed overweg met digitale media, maar dat betekent niet noodzakelijk dat ze vanzelf ook interesse hebben in digitaal lezen. Welke vorm dat daarom best aanneemt, is een gesprek dat de huidige e-boekendienst overstijgt en iets wat we via verschillende pistes (pilootprojecten) gaan onderzoeken. Wat we wel al weten: er is nood aan een aantrekkelijk aanbod van YA e-boeken, en de mogelijkheid om in een interactieve omgeving op een smartphone te lezen is een plus.
Ondersteunend materiaal
Formulier om je aan te melden als pilootgroep voor de digitale Leesjury + de handout
Ter inspiratie vind je hier de voorbereide vragen voor het panelgesprek met Sylvie Dhaene (directeur Iedereen Leest) en Julie Verhaert (uitgever kinderboeken bij Pelckmans): Vragen panelgesprek e-boeken